Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 18 november 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 17 november 2019 om 15.35 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een complex laag boven het zuidoosten van Duitsland trekt vannacht en
morgen overdag via centraal Duitsland noordwaarts. Morgenavond bereikt
dit laag de Duitse Bocht, trekt dan nog langzaam noordwestwaarts, maar
blijft in de nacht naar dinsdag en dinsdag overdag nog (langzaam
opvullend) ten westen van Denemarken aanwezig. De koers van dit laag
hangt samen met de koers van een hoogtelaag, momenteel boven het
zuidoosten van Frankrijk, dat maandag en dinsdag noordwaarts over
west/centraal Europa gaat trekken. Rond het laag bevindt zich een
occluderend frontaal systeem waarvan het warmtefront vanavond al nadert.
De warme sector blijft aan de grond (ruim) ten oosten van ons land. Op
hoogte bereikt de warme lucht ons wel, het hoogtewarmefront in de
analyse van 18Z beschrijft de voorste begrenzing van de bijbehorende
neerslag. Actueel ligt er boven de Noordzee nog een zwakke, NO-ZW
georiënteerde, occlusie welke maandag overdag richting het land trekt.
Maandag overdag bereiken in de loop van de middag van het noordwesten
uit nog twee NO-ZW georiënteerde occlusies het land. Deze frontale
zones gaan uiteindelijk boven onze omgeving samen met het occluderende
frontale systeem. Na de passage van de achterste occlusie wordt met een
noordwestelijke stroming maritiem polaire lucht aangevoerd.
Dinsdagmiddag bereikt een NW-ZO georiënteerde rug het zuidwesten.

MODELBEOORDELING:
De verschillen in de koers van het laag op maandag/dinsdag zijn in de
laatste runs sterk afgenomen. Modellen laten het laag inmiddels ten
oosten van de grens met Duitsland noordwaarts trekken, waarbij de koers
van EC nog wat oostelijker is. In de EC-EPS wordt het EC00 scenario in
veel members ondersteund, in de laatste KEPS-uitvoer zien we dat de
kansen op lage stratus in het oosten langs de oostgrens het grootste
zijn, waaruit blijkt dat vrijwel alle members het laag nu oost van ons
land laten lopen. We gaan in onze berichtgeving nu uit van het
Hirlam12/EC00 scenario. Wel blijft de springerigheid in de voorgaande
runs reden om de situatie scherpt te monitoren. In de neerslag zien we
nog wel een opvallend verschil tussen Hirlam/EC en Harmonie. In Harmonie
zien we actievere neerslag op de inlopende occlusies morgenmiddag, wat
in principe goed te verklaren is door inzaaiing uit de opglijdende warme
bovenlucht en de potentieel onstabiele laag in de onderste niveaus.
Harmonie is normaliter beter in staat dit type neerslag te beschrijven,
we nemen dit dus op in onze verwachtingen. De meeste neerslag
(24h-accumulaties > 20 mm) lijkt nu overigens wel te gaan vallen in het
oosten in een strook langs de Duitse grens.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
De kans op 6-7 Bft in de kustdistricten aan de westflank van het laag is
groot. EC00 en inmiddels ook Hirlam12 geven een vergelijkbaar windveld,
dit nemen we dus over. Met name in het noordwestelijk kustgebied zien we
morgen in de loop van de middag in Harmonie40 een kleine kans op
windstoten tot 75 km/uur (=geel criterium), dit is voorlopig nog even
een aandachtspunt, we noemen wel de kans op windstoten rond ca. 60
km/uur.

BEWOLKING:
Nabij de occlusies boven het noordwesten van de FIR Cu/Sc en zo nu en
dan St en in het noordwesten van de FIR tevens enkele TCU's (top
6000vt/-3°C). Vanavond boven de oostelijke helft op nadering van het
warmtefront (op hoogte) van het occluderende frontaal systeem
Sc/Ac/Ns/St. De voorste begrenzing van de St lijkt zich te beperken tot
de oostelijke helft, zie ook modelbeoordeling. Met een noordelijke wind
(stuw) is er boven de Limburgse heuvels kans dat de St aan dek komt. Op
de occlusies die ons morgen van het westen uit bereiken enkele Cb's,
toppen tot FL100. Na passage van alle frontale zones overwegend Cu.

NEERSLAG:
Ten aanzien van de timing van de neerslag vanavond nog altijd 1-2 uur
verschil in de modellen. De neerslaghoeveelheden komende nacht variëren
sterk per locatie, we gaan er vanuit dat het van tijd tot tijd kan
regenen uit het opglijdende warmtefront. Kans op natte sneeuw is
aanwezig voor de Limburgse heuvels (ca 200 m en hoger). FZL daalt hier
naar ca. 1500 vt en in de NESO (vooral Hirlam) een marginaal signaal
voor natte sneeuw, in de EC-EPS uitvoer zien we 80-90% kans op een
sneeuw-fractie van minder dan 1/3. We noemen de kleine kans op natte
sneeuw voor de Limburgse heuvels. Op de occlusies maandag enkele ondiepe
buien in het single-cell regime. De totale neerslaghoeveelheid t/m
maandag is aanzienlijk, in alle uitvoer 24h accumulaties in het oosten
op meerdere plaatsen > 20 mm, net over de grens in Duitsland mogelijk >
40 mm/36 uur.

ZICHT:
Matige zichten in neerslag, nabij het laag waarschijnlijk ook slechte
zichten (nevel + neerslag), mogelijk mist (vooral Limburgse heuvels,
stratus aan dek).

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI